In 2007/2008 maakte ik dagelijks een zelfportret en publiceerde het op Flickr in de groep 365 days. Niemand wist ervan, behalve tientallen, en later honderden Flickr-vriendjes. Ik begon met een close up van een oog en kwam steeds meer te voorschijn, soms zelfs nakend en wel. Er kwam een boek van dat nog steeds af en toe door iemand wordt gekocht.
Maar de werkelijke winst zat tussen mijn oren en in mijn hart
Maar de werkelijke winst zat tussen mijn oren en in mijn hart. Ik werd vrijer en vrijer en mocht ‘er zijn’. Mijn creativiteit begon zich weer te roeren na een periode van verdriet en stagnatie en na een tijdje poetste ik geen rimpeltjes meer weg. Nee, ik ging mezelf zelfs uit oneerbiedige hoeken fotograferen, met hangvel en gezichtspluis. Ik keek ernaar en ik bleef gewoon bestaan. Het was een louterende ervaring.
Ik leerde complimenten ontvangen en er niet al te veel op te rekenen (in het begin was het hard drugs: meer meer meer!). En ik leerde kritiek ontvangen en er iets van te leren of naast me neer te leggen. Een bijzondere ontdekkingstocht en leerzame en confronterende tijd.
Het blijft af en toe verwarrend om in de spiegel een middelbare vrouw te zien die haar buitenkant om een meisje heeft gewikkeld.
Ik doe het af en toe nog steeds omdat het zo leuk is en me stimuleert vrij werk te maken. En ook omdat het me helpt om te gaan met ouder worden. Hoop ik, want het blijft af en toe verwarrend om in de spiegel een middelbare vrouw te zien die haar buitenkant om een meisje heeft gewikkeld.